#WIJKRAAD #BEPLEIT #BEHOUD #HISTORISCHE #TRAFOKASTEN #AMSTERDAMSE #SCHOOL

 

Behoud & bescherming TRAFOKASTEN Amsterdamse School

Wijkraad Zuid West Amsterdam wil uw aandacht vestigen op de historische TRAFOKASTEN in het Amsterdamse straatbeeld. Wij bepleiten actieve bescherming van de trafokasten. Hoewel het College herhaaldelijk aan heeft gegeven historisch straatmeubilair van grote waarde te achten, zijn wij niet tevreden met de realisatie daarvan in de praktijk van alledag.

Wanneer wij spreken over de trafokasten, geldt dat Liander de eigenaar is en niet de Gemeente Amsterdam. Wij duiden met het begrip trafokasten verschillende soorten laagspanningkasten aan. Liander heeft op verzoek van de Gemeente Amsterdam beleid ontwikkeld omtrent het behoud van historisch straatmeubilair. Echter het College heeft niet aangegeven op welke wijze Liander en Gemeente dit beleid invulling geven. Wij willen daarom vragen om heldere uitleg omtrent de inhoud en uitvoer van dit beleid. Tevens willen wij vragen op welke wijzen het zogeheten Beleidskader Puccinimethode, de standaard voor het Amsterdamse straatbeeld, geactualiseerd zou moeten worden.

Hoewel het energienetwerk voortdurend gemoderniseerd en in de toekomst ook uitgebreid wordt, worden historische trafokasten wellicht minder nodig in aantal. Kasten die hun functie verloren, werden door Liander verwijderd. Wij als Wijkraad Zuid West Amsterdam bepleiten echter voor het behoud van de historische trafokasten. Zij kunnen een ander doel, een andere functie in de wijk krijgen, wanneer zij niet langer voldoen aan de moderne kwaliteits- en veiligheidseisen voor trafokasten. Waarom zou een voormalige trafokast niet tot een aardige buurtbibliotheek kunnen worden?

Naar wij begrijpen zou circa 10% van de historische trafokasten worden behouden door ze om te bouwen en circa 90 % van de laagspanningskasten zouden worden verwijderd. Wij wensen daarom de volgende vrgaen te formuleren; Welke maatregelen treft de Gemeente Amsterdam samen met Liander om de trafokasten te behouden binnen het Amsterdamse Coördinatiestelsel van kabel- en leidingbedrijven? Hoe behouden we zoveel mogelijk historische statsche objecten in het straatbeeld (Visie Openbare Ruimte)? Op welke wijzen kunnen voormalige trafokasten nieuw ingevuld worden en hoe worden bewoners daarbij betrokken?

Kunnen er minimaal 750 historische trafokasten worden omgebouwd en aldus worden behouden? Kan de verschroting van historische trafokasten door Liander een halt worden toegeroepen door de trafokasten op transparante wijze openbaar te koop aan te bieden aan de Amsterdamse bevolking? Beschikt Museum Het Schip over alle typen trafokasten van in de stijl van de Amsterdamse School? Zijn andere musea zoals de Amsterdamse Museumtramlijn, het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen benaderd om historische trafokasten in de collecties op te kunnen nemen?

Wijkraad Zuid West Amsterdam stelt zich op het standpunt, dat veel nieuw te plaatsen nutskasten niet voldoen aan de schoonheidseisen die een stad als Amsterdam behoren te sieren. Daarom bepleiten wij een toetsing door de Welstandscommissie. Nieuwe ontwerpen van nutskasten behoren naar onze opvatting door de Welstandscommissie beoordeeld te worden in samenhang met het stadsgezicht van de omgeving waar nieuwe trafokasten geplaatst zullen worden. Plaatsing zou niet mogelijk moeten zijn zonder voorafgaand oordeel met advies van de Welstandscommissie. Aan nutsbedrijven moeten welstandseisen gesteld kunnen worden als het gaat om het ontwerpen en plaatsen van nutskasten in de openbare ruimte.

Tenslotte verzoeken wij u om het bovenstaande integraal te betrekken bij de uitwerking van de bredere beleidsopgaven welke zich richten op het aardgasvrij maken van de Stad en de fors toenemende behoefte aan elektriciteitsvoorzieningen binnen onze gemeentegrenzen. Ook de zogeheten Gemeentelijke Standaard voor het Amsterdamse Straatbeeld behoort getoetst te worden door de Welstandscommissie. Wij verzoeken u ons mede te willen delen wat de huidige visie en beleid van het College op dit onderwerp is en op welke wijze u de Welstandscommissie als toetsingsorgaan hierbij positioneert.